De vertikaliteit van de stad
Doorheen deze stedelijke pelgrimstocht verhevigt het gevoel dat het doortrekken van sociale strata evenzovele uitnodigingen vormen om te onderzoeken wat ze in ons oproepen.
Onze relatie met de wereld en wat we erin beleven, hangt af van de kwaliteit van de blik die we haar gunnen.
De dichtbevolkte delen van de stad verlatend, graaf ik me een weg doorheen de perifere zones van de Grote Mierenhoop.
De terugkeer naar het groen betovert me. Ik ontdek onvermoede plekken die me naar de volle natuur leiden.
In Jette neem ik een voetpad dat slingert langs een spoorweg. De schaarse woningen wijken snel voor steeds uitgestrektere groenstroken.
Een diepe vrolijkheid maakt zich van me meester. Ik laat me meeslepen in een dromerige roes. Ik vorder in een landschap dat uitnodigt te dromen en te flaneren.
In tegenstelling tot de stad wordt het wegdromen niet halt toegeroepen door het gebrul van een motor of een sirene. Op deze buiten spoort de vreugde evenwijdig met het doortrokken landschap. Grenzeloos zou ze kunnen zijn.
Deze maand in de stad heeft me bijna het temperende effect van de natuur doen vergeten.
Hoe meer de stedelijke context vertikaal is, hoe meer ze de tijd lijkt te beheersen. Gedurende een onpeilbaar moment verzink ik in gedachten.
In de draaiing van een pad neem ik in de verte een gebouwenstreep waar. Deze visuele breuk verschaft me een zeker plezier want ze herinnert me eraan dat een stukje paradijs nooit heel veraf is.
READ MOREMolenbeek – Woluwe, twee uitersten, gemeenschappelijke weerstanden
Vier dagen later steek ik het kanaal terug over richting Sint-Pieters-Woluwe. Eens de avond aangebroken, ga ik ook daar op zoek naar een poort die zicht geeft op zoveel inspirerende openheid. Ik had al een paar mooie weigeringen à la “Maar meneer, wat denkt u wel?” ondergaan. Uiteindelijk, na talloze gesloten deuren, vind ik een poort die me als schuilplek kan dienen. Deze nacht slaap ik in het portiek van een kerk.
Molenbeek – Woluwe, twee uitersten, gemeenschappelijke weerstanden
READ MOREDe echo der stilte
De grote deur sluit zich af van de trammelant van de stad.
Het geknars van de scharnieren leeft nog een tijdje na in de immense kerkruimte. Deze verscheurde stilte is als een laatste poging van het werelds geluid om wat zich tegen haar verweert te verstoren.
Ik heb me laten opsluiten in de Sinte-Mariakerk van Schaarbeek om er de nacht door te brengen.
Ik begin op blote voeten rond te wandelen tussen de massieve pilaren die de koepel stutten. De nacht laat op zich wachten. De vensterramen slokken nog licht op.
In de verte hoor ik het leven krioelen in deze Turkse wijk. De moslims bereiden zich voor om de vasten te breken.
In een gang die naar de sacristie leidt, zie ik doorheen een venster dat naar buiten uitgeeft een groep mannen gelegen op de parterre die de kerk afboordt. Ze eten gretig.
Een beetje later kom ik nog eens naar hetzelfde punt en kijk verstrooid buiten. Ze zijn verdwenen maar niet de resten van hetgeen waarmee ze zich voldeden. Het grasperk ligt bezaaid met afval.
Als een Quasimodo, spiedend vanachter zijn toren, probeer ik ze te repereren op het plein. Ze zijn vertrokken. Ik heb zin om te brullen. Plekken worden doordrenkt van wat men ermee doet. Ook van ons geschreeuw.
Uit respect voor mijn gastheer, hou ik me stil.
READ MOREIn het hol van de anarchistische strijd
Net op het moment dat ik dacht deze keer echt een nacht op straat te moeten doorbrengen, ontmoette ik hen…
Ik had me al mentaal voorbereid op het feit dat ik uiteindelijk toch niet elke avond zoveel geluk zou hebben een slaapplek te vinden. Nochtans had ik verschillende pistes uitgedokterd om een veilig onderdak op de kop te tikken. Een deel van de namiddag heb ik in een grote Turkse moskee in laag-Sint-Joost vertoefd. Toen het gebed begon, druppelden de gelovigen binnen en knielden achter de imam. Ik bleef achteraan in de indrukwekkende zaal. Net voor het gebed leek een man me onder zijn vleugels genomen te hebben, hij had gezegd me te helpen. Ik was dus vol vertrouwen.
Na het gebed nam hij me mee op sleeptouw door de straten van Sint-Joost en vroeg me wat mijn project precies inhield. Twee straten verder draaide hij zich opeens om en zei dat hij me niet kon helpen. Hij liet me zonder meer achter. Waarom had ik me laten wegleiden uit de moskee waar ik meer kans had om een gastvrije ziel te vinden? Ik had er stevig de pest in, maar soit.
19u gepasseerd en ik stond nog altijd met lege handen op straat. Geen enkele piste schoot meer over, behalve die van de open geest. En toen botste ik een paar straten verder op een kunstenaarscollectief. Een van hen tipte me een kraakpand in het centrum. Vol goede moed trok ik er naar toe.
Een goed kwartier later bevond ik me op één van de meest onbestemde plekken van de stad. Verspreid over 7 verdiepingen leven een zestigtal krakers in een gebouw dat getransformeerd is tot hoofdkwartier van de strijd tegen de gevestigde orde. De groep vormt een autonome beweging. Al snel maken enkele bewoners me duidelijk dat ik geen vragen te stellen heb. In ruil daarvoor kan ik tijd met hen doorbrengen. Ik heb de indruk dat ik in een post-apocalyptische context terechtgekomen ben waar de overblijvers hun overleven te danken hebben aan de strijd die ze voeren tegen uiteenlopende vijanden. Elke hoek van de muren die hun bastion vormen, is volgeklad met tags die aan deze strijd herinneren. Opeens denk ik terug aan de man die me achtergelaten had bij de moskee. Misschien had ik hém wel moeten uitnodigen om mij te volgen…
Levenswoede
We zouden elkaar maar een half uur lang ontmoeten. R. zit volop in de concertprogrammatie en kan maar weinig tijd vrijmaken voor mij.
Hij ontvangt me in zijn appartement in Sint-Gillis voor een interview. Ik had hem enkele dagen voordien ontmoet in een kroeg in de Marollen waar hij plannen bekokstoofde met een Japans muzikant over toekomstige concerten. Hun gepassioneerde uitwisselingen riepen een mij onbekende wereld op.
Ik had R. dus aangeklampt om hem te vragen of hij me een interview wou toestaan in het kader van het project Urban Expedition.
Enkele dagen later zit ik tegenover hem in zijn creatieve hub. Een deur opende zich naar een diepgaand universum van noise, oorverdovende klanken, soms snerpend en geritmeerd met diffuse sonore variaties. Een vinylplaat draait op een rode draaitafel. La classe!
R. vertelt me over zijn leven, over de dood van zijn vader, de alcohol, de dood die hij voor ogen zag, één, twee, drie keer: het levensgeweld en de beslissing om op elk ogenblik toch voor het leven te kiezen. Tegen de bierkaai in…
Dit gevecht ontketent in hem een creatieve energie. Hij zet zijn computer aan en laat me zijn laatste creatiebeluisteren, opgenomen in een New Yorkse studio. Ik laat me binnenleiden in zijn geluidsuniversum. Hij sleurt me erin mee en spaart me niet. Het is een overweldigende reis.
Het leven spaart niet minder degenen die er niet voor op de loop gaan. Maar op zijn minst kennen zij hun gevecht.
READ MORE